1 tegen 100

1 tegen 100

Eén leerling uit de klas gaat de strijd aan met al zijn klasgenoten. De leraar stelt telkens een vraag waarop de leerlingen kunnen antwoorden met A,B of C. Lukt het de leerling om de klas weg te spelen door zelf de juiste antwoorden te geven? Het doel van deze werkvorm is de kennis van de leerlingen toetsen via een spel.

Voorbereiding

Laat de leerlingen voldoende meerkeuzevragen maken over een onderwerp. Stel eventueel een minimum aan vragen per leerling in. De leraar kan ook zelf de vragen maken aan de hand van een vooraf gekozen onderwerp.

Aanpak

  • Laat de leerlingen of een groepje leerlingen multiple choice vragen maken binnen een bepaald thema.
  • Elke leerling krijgt vervolgens drie kaarten met de letters A, B of C.
  • Kies één leerling uit, die in voor in de klas zit en de hoofdrol speelt. De rest van de leerlingen gaat staan.
  • De leraar stelt een vraag met drie meerkeuze antwoorden (A, B of C). De leerlingen in de klas steken het bordje omhoog waarvan zij denken dat dit het juiste antwoord is.
  • De leerlingen houden het bordje met de lege kant naar voren zodat de leerling voor de klas niets kan zien.
  • De leerling geeft het antwoord. De leraar laat weten of dit het juiste antwoord is.
  • Heeft de leerling het juiste antwoord gegeven dan blijft deze zitten.
  • De leerlingen draaien hun bordje nu om. Wie een fout antwoord heeft gegeven gaat zitten.
  • Wie het goed heeft, gaat door naar de volgende ronde. Dit gaat door totdat alle leerlingen zijn weggespeeld.
  • Als de hoofdrolspeler een fout antwoord geeft, mag een andere leerling in het midden gaan zitten.

Tips en trucs

  • Je kan eventueel een escapes invoeren, bijvoorbeeld een hulplijn. Als een leerling een escape gebruikt dan hoeft hij de vraag niet te beantwoorden. De klas natuurlijk wel.
← verder zoeken